Onderweg

Hartstocht in de trein

In de trein naar vriendlief had ik sjans.

“Zo, dat is een grote tas,” zei de kerel in kwestie, wijzend op mijn uit de kluiten gewassen reistas. “Ga je op wereldreis?” Ik antwoordde ontkennend: “Nee, gewoon een weekendje weg.” De jongen glimlachte. “Ga je iets leuks doen?” vroeg hij. “Ja, naar mijn vriend.” Opeens verdween de vriendelijke lach van zijn gezicht. Dit was gênant.

Even waren we stil. We wisten beiden niet meer wat we moesten, of nog konden, zeggen.

“Oh, telefoon!” riep hij opgelucht. De confronterende stilte werd doorbroken. Hij bracht zijn iPhone van zijn broekzak naar zijn oor. De jongen begon hard te praten tegen de persoon aan de andere kant van de lijn. Probleem opgelost, dacht ik.

Totdat zijn telefoon daadwerkelijk ging.

Pijnlijk.

Standaard
Familie

Culinair jargon

“Lust er nog iemand turtle bommen?” vroeg mijn tante. Met de opscheplepel wijzend naar de doperwtjes. Mijn neef (23): “Nee, maar kun je de goudvissen even doorgeven?” Daarop schoof mijn vader de kom met perziken uit blik naar hem toe.

Traditie. Van vroeger. Gestart in een periode waarin het ongelofelijk oncool was om ‘gewoon’ erwten en fruit uit pot te eten.

Standaard
Televisie

Droomshow

Ik kijk met spanning naar reclames. Maak popcorn voor bij het Journaal. Heb tissues bij de hand, als ik Voetbal International kijk. Meestal voor niets. Maar ik weet zeker dat op een dag televisie uitzendt, wat ik wil.

Als ik langs Tussen Kunst en Kitsch zap, wens ik dat iemand iets laat vallen. Dat dan een betweterige vrouw met te veel rood op haar smalle lippen en een bos pluizige krullen kan roepen: “Scherven brengen geluk.” Tot ergernis van mensen in het publiek. Tot opluchting van de eigenaar, die eindelijk van die lelijke Chinese Ming-vaas van zijn schoonmoeder af is.

Iedere week als ik Opsporing Verzocht zie, hoop ik dat er iemand op beveiligingsbeelden een dansje doet. Onbewust van het leed dat zich achter haar afspeelt, doet ze nog een snelle pirouette. De dansroutine is bedoelt voor de besnorde bewaker die nachtdienst draait. Opdat hij zich niet verveelt. Al zou dat die nacht helemaal niet het geval zijn.

Wanneer Jan de Hoop het ochtendnieuws presenteert, wil ik dat hij niet alleen “Goedemorgen” zegt, maar ook even knipoogt. Naar Angela, die vannacht ruzie had met haar vent, en daarom op hun doorgezeten bank heeft geslapen. Of naar chirurg Piërre, die net thuiskomt na een nacht tevergeefs sleutelen aan een oud mannenhart.

Telkens als er iemand bij MTV Cribs zijn slaapkamer showt en de slogan “Here is were all the magic happens” roept, droom ik dat hij een goocheltruc laat zien. Dat hij glimlachend onder zijn dekens kruipt, voeten tot hoofd verborgen. Dat hij gniffelt:  “I made myself disappear!” Om te laten zien dat niet liefde of seks het meest magische ter wereld is. Dat lekker raar en jezelf zijn veel leuker is.

Ik zit er klaar voor.

Standaard
Het Plein

Verrot

Een paar zomers geleden lag er bij ons op het plein een lijk in een huis. Vier weken in totale staat van knock-out, voordat de postbode hem ontdekte. Er kwam een zwerm vliegen uit de brievenbus. Het lijk was van een dikke vent. Kalend, vriendloos, altijd in korte broek en badslippers. Zijn levenloze lichaam rook naar ingemaakte perziken. Zoet en weeïg.

Mannen in witte pakken ruimden zijn huis uit. Vrouwen op het plein hingen uit hun ramen, om een glimp op te vangen van de dooie. Ze zagen de pakken leuren met een leren bank en een in plastic gewikkeld eenpersoonsmatras. Daarna werd de boel afgeschermd. De man hebben ze niet gezien.

Ik vermoed dat zijn lichaam, deels vergaan, in een pot naar buiten werd gedragen. Zijn vlezige knieën en ronde buik, als perziken in glas tegen elkaar aan gedrukt.

Standaard
Familie

Privévoorstelling

Soms denk ik wel eens aan mijn oma, de moeder van mijn vader. Dan herinner ik me vooral de glazen flessen Punica die ze in huis had, de keuken die naar oude koffie rook, de foto’s van mijn oudere nichtjes in de achterkamer en de tikkende gaskachel naast haar luie stoel.

Met oma had ik niet zo’n sterke band als met mijn andere grootmoeder. Misschien omdat wij er niet vaak genoeg kwamen. Misschien omdat ze al een hele rij kleinkinderen had, voordat ik geboren werd. Misschien omdat ik nog te klein was. Ik weet het niet.

Ik heb één speciale herinnering aan haar. Het was kerst. Ik keek Belle en het Beest in de woonkamer. Ik was vijf. Het was nog niet zo laat. Het was net donker. Ik zat in mijn pyjamaatje met mijn knuffelkater op de bank. De gordijnen waren dicht. Het was net een echte bioscoop, maar helemaal voor mezelf.

Mama dekte de tafel. Papa had oma met de auto naar ons huis gebracht. Hij ging mijn moeder helpen en vroeg oma zolang even te wachten in de woonkamer, bij mij.
We hebben toen samen film gekeken. Ieder op een andere bank, zoals in een echte bioscoop. Ik weet niet of we nog wat tegen elkaar gezegd hebben – ik denk het niet. Ik was heel verlegen, zij half doof. Maar dat ik haar eindelijk een keer voor mij alleen had, dat ik haar niet hoefde delen met vijf grote neven en nichten en een babybroertje, vond ik bijzonder.

Ik heb het met mijn ouders nog vaak over Punica (die nu overigens in PET-flessen zit) en de koffielucht in de keuken. Over deze herinnering heb ik nog nooit een woord gesproken. Uit angst dat ik hem als kind misschien verkeerd heb onthouden. Dat het misschien helemaal niet zo speciaal was. Of omdat het helemaal nooit gebeurd is, maar gewoon het verlangen van een klein meisje was.

Standaard